top of page

Wat voelde ik mij A-N-D-E-R-S; socializen als je 16-17 bent

Bijgewerkt op: 22 sep. 2023


Zestien was ik toen ik serieuze verkering had met een jongen uit Brabant. Als bijbaantje werkte hij o.a. als geluidstechnicus, maakte zelf muziek en werkte bij de regionale radio-omroep. Hoe kon ik het béter treffen?!?

Hij accepteerde mij volledig zoals ik was met mijn gehoorverlies. Ik schaamde mij niet voor mijn hoortoestellen en het feit dat ik vaker om herhaling moest vragen. Wel waren er andere onderliggende processen, waar ik toen geen weet van had. Welk levend verlies je ook hebt, het werkt op een dieper niveau door op je identiteit. Ook bij kinderen en pubers; al is dat soms nog ongrijpbaar of onzichtbaar, doordat zij druk zijn met andere ontwikkelingstaken en de onzekerheid hoe zij zich verder zullen ontwikkelen. Ik was stik-onzeker (welke puber niet?) en ik compenseerde dat door goed eruit te zien en ook goed te presteren op school, werk en volleybal en alles te doen wat iedereen doet. Ik werkte hard en spaarde om de weekenden naar hem te kunnen. Als we bij hem waren moest hij regelmatig werken of optreden. Ik deed en ging als een "goed"-horende in álles mee. Ik slurpte die voor mij nieuwe en onbekende wereld op. Ik verstond af en toe iets niet (méér dan af en toe natuurlijk!), maar dat maakte niet uit. Ik deed méé! Ik wilde niet anders. Brabantse gezelligheid troef en worstenbroodjes aan de lopende band. De aanloop van vrienden begon vaak al op vrijdagavond en het was dan druk in de woonkamer. Vrienden van hem en vriendinnen van zijn zus. Een hoop geklets en muziek Daarna met z'n allen uit tot in de vroege ochtend. Ook daar muziek én donker! Hoe?! Ze wisten dat ik niet goed hoorde en deden hun best. En ik deed nog harder mijn best. Pfff...... Zaterdags ging ik met hem mee naar zijn werk. Als eerste daar zijn, want; soundcheck en als laatste weg, want; opruimen en inladen. Het was leuk om achter de schermen mee te kunnen kijken en zo de bands van nabij mee te mogen maken. Wat moet ik moe geweest zijn.... en toch voelde ik die vermoeidheid niet. Dat uitte zich wel op een andere manier.....

Wat ik nu weet is dat ik moest wennen aan de andere omgangsvormen en soort gesprekken dan waar ik mee opgegroeid ben op de kleine school met kleine klassen. En ja, door volleybal en werk in het hotel zou je denken dat ik genoeg groeps-communicatie-ervaring (leuk galgje-woord!) opdeed, maar ik miste teveel van de social-talk om mijn eigen sociale kilometers te maken. Als herhaald wordt of er wordt even zo gesproken dat je het ook meekrijgt, verlopen de gesprekken tóch anders dan de vlotte en meer rijke interacties die er normaal gesproken zijn. Ik was altijd later met mijn reacties. Of bij een grap was ik de lachende derde. En als werd herhaald, begreep ik niet altijd de clou, want ik miste een hoop context en ervaring om de hiaten op te kunnen vullen en te begrijpen. Omdat ik dat toen allemaal niet wist, vroeg ik daar niet naar en lachte ik maar weer even of deed alsof ik het begreep. Waardoor ik nog een stuk onzekerder werd. Dat gebeurde bijna aan de lopende band. En natuurlijk danste ik wat af en had ik ook lol. Er was echter altijd dat minder-gevoel of anders-gevoel. Dat ik niet zo ad rem kon reageren, steeds achter de feiten aan liep en niet altijd zeker wist wat te zeggen of hoe te reageren in al die nieuwe sociale situaties maakte dat ik mij D-O-M voelde. Ik zette mij lager in de rangorde dan zijn zus en haar vriendinnen met al hun vlotte gebabbel en levenswijsheid. Dit gold ook wel voor het contact met zijn vrienden, maar met hen kon ik beter uit de voeten. Het meest onzeker werd ik van 'die meiden'.

Het geplante zaadje voor intense onzekerheid, jaloezie, frustraties en onbegrip groeide uit tot een bóóm! En onder die boom de grootste knalbuien en ruzies. Natuurlijk wilde ik als puber niet anders dan anderen zijn en deed ik mee aan alles. Daardoor heb ik ook gave dingen meegemaakt. Ik had alleen die lieve puber-Marjan die enorme onzekerheid, eenzaamheid, buikpijn en vele knalbuien willen besparen. Ik denk dat het mij geholpen had inzicht te hebben in wat gehoorverlies voor mij betekent en had willen weten dat het niets met ANDERS ZIJN te maken had. Heb oog en oor voor die lieve knallende puber of jouw schattige woedende kind.

Zorg dat ze inzicht hebben in wat gehoorverlies voor hen betekent en leer ze dat ze goed zijn zoals ze zijn. Help ze ontdekken hoe en wanneer zij wel in hun kracht (kunnen) staan. Ik weet nu: ik sta in mijn kracht als ik ontspannen toegang tot communicatie heb en als ik van betekenis kan zijn voor anderen.

Loop jij, of jouw kind, vast door de impact van gehoorverlies of ander verlies?

Erbij stil staan geeft ruimte om verder te gaan. Voel je welkom Raakt dit jou als ouder van jouw doof of slechthorend kind? Ook voor jou geldt: erbij stilstaan helpt. En als jij jezelf helpt, helpt dat ook jouw kind. Ook jij bent meer dan welkom Marjan

Comments


bottom of page