top of page

De impact van een bijna-verlies


Zondagochtend 26 juni stond Hans vroeg op voor een flink aantal "Tour de France" kilometerjes. Hij zou 3 of 4 uurtjes gaan fietsen. Half 8 was hij vertrokken, dus tegen half 12 verwachtte ik hem wel thuis.


Met Jelle zat ik alvast aan de koffie met een stukje zelfgebakken taart met aalbessen uit eigen tuin. Sanne was bij haar vriend. Lisette sliep nog en Femke was op haar kamer. Die ochtend had ik geen benul van tijd. Heerlijk. Vaak keek ik al wat op de klok of Hans nu eindelijk eens binnen zou stappen, want ja.... angst had ik toch altijd wel een beetje dat er onderweg iets mis kon gaan. Die ochtend had ik dat, gek genoeg, niet.

En juist nu gebeurde het. Dát waar ik regelmatig bang voor was. Wat ik altijd zó helder op mijn netvlies kon zetten. Het gebeurde toen ik het totaal niet verwachtte. In plaats van dat Hans gewoon thuis kwam en ik de klik van de poort hoorde als we buiten zaten, ging nu de deurbel. Op dat moment nog steeds niet beseffend dat het eigenlijk tijd was dat Hans thuis zou komen. Andere keren appte ik of hij wist hoe lang nog en verweet ik hem dat hij het moet laten weten als hij wat later is, want hij weet toch wat mijn grootste angst is!?

Twee politiemannen aan de deur. Jelle deed nietsvermoedend open. Of hij de zoon van Hans Haasnoot was. Meteen gingen de alarmbellen bij hem af. Die komen niet voor een buurtonderzoek of zo. Of ik ook thuis was. Ja...........

Ik kwam uit de tuin gelopen en luisterde. Nou nee.... ik zei meteen al "NEE!!!" En vroeg ook meteen: "leeft hij nog?". "Ja... hij is gereanimeerd en bij bewustzijn in de ambulance vervoerd naar het Spaarnegasthuis in Haarlem". De agent vertelde verder hoe en wat. Ik kon alleen maar het woord gereanimeerd in mijn hoofd herhalen. Ik onderbrak hem. Het boeit mij niet hoe en wat! Ik wil weten hoe hij er NU aan toe is. Ik wil er NU heen! Ik schijn op enig moment ook een gil gegeven te hebben. Geen idee wanneer, maar ik weet nog wel dat die heel gek klonk. Onnatuurlijk.

Of ik nog in staat was te rijden. Nee....

Zij konden mij dan wel brengen. Maar er mocht er maar één mee. Dat was ik.

Of Jelle nog wel in staat zou zijn om te rijden. Hij dacht van wel. Dat bleek later ook wel. Zo knap hoe hij de knop omzette en zich focuste op de weg.

Onderweg hebben ze Sanne en haar vriend nog opgehaald en zijn er achteraan gekomen.

Ik had nog de geest om mijn mobieltjes (werk en privé) te pakken en alles wat ik nodig heb om goed te kunnen horen. Voldoende batterijen en accu's in elk geval. Ik gaf Jelle zelfs de autopapieren nog. Femke was halverwege het gesprek al beneden gekomen. Lisette lag nog in diepe slaap. Ik gooide haar deur open: "Lisette, papa ligt in het ziekenhuis. Je moet je direct aankleden. Ik ga met de politie mee en jij met Jelle." Verschrikkelijk dat het zo ging........Op dat moment kon het niet anders. Geen tijd te verliezen. Verschrikkelijk dat ik er op dat moment niet kon zijn voor hen!!

En toen de politie-auto in.

Eerst nog zonder sirenes en later alsnog vol gas met sirenes. Meerdere keren vroeg ik de agenten of zij al iets wisten. Die informatie kregen ze niet. "Ja, ja...." dacht ik, "waarom rijden jullie dan opeens zo hard? Zodat ik nog nét afscheid zou kunnen nemen?"

Ondertussen belde ik Sanne, Hans' broer, mijn moeder en mijn zus. Sanne bleek al door Jelle gebeld te zijn en opgehaald te worden.

Het duurde even voordat ik iedereen te pakken had, ondertussen gingen alle auto's direct opzij (nou ja, bij een enkeling duurde het even).

De agent reed op de N206 over het midden van de baan, tegenliggers goed in de gaten houdend. Soms inhalend via de invoegstrook. En eindelijk had ik mijn moeder te pakken.

Oh wat vond ik het erg dit nieuws te geven! Ze is gek op Hans. Ze waardeert hem enorm! "OhGod OhGod OhGod!" riep ze snikkend, "Ik ga biddenbiddenbidden. Laat dit niet waar zijn!." "Jullie gezin draait zo mooi, zo fijn. En dan dit! Dat kan niet, dat mag niet, laat het alsjeblieft goed aflopen!". Misselijk werd ik van alle emoties en angst.

Nog altijd reed de politie vol gas met sirenes, De bocht in richting de Zilk, Door Vogelenzang, het dorp waar je 30 mag, vol gas en sirenes wist hij zich tussen de andere auto's te proppen. Arme mensen... Ze schrikken allemaal zo.

Daarna de slingerweg bij de Amsterdamse waterleidingduinen. Prachtig gebied, waar ik zo graag fiets. Waar ook vaak wielrenners op de weg fietsen. Ik kies altijd het fietspad tussen de bomen door.

De drukte in langs Heemstede station, via de Leidsevaart in Haarlem en vlak voor het ziekenhuis voor de open brug! Het zal toch niet! Dat door de open brug ik toch nog te laat bij Hans ben!?!?

De agent koos eerst voor de spookrijkant, maar besloot toen te keren en wist via het fietspad te zorgen dat hij vooraan bij de brug stond. Hij gaf gas zodra de hefboom voldoende omhoog was. Vlakbij het ziekenhuis meende ik bij de agenten even twijfel te bespeuren waar de ingang van de SEH moet zijn. Daar aangekomen moesten we eerst ons nog melden. Ik zag twee ambulances buiten staan. Bij één van de twee stonden er twee wat te dralen. Keken naar ons. Mijn misselijkheid van angst werd nog erger: "We zijn te laat! Hij ligt nog in de ambulance. Het was de moeite niet meer om hem binnen te brengen". De agenten liepen voor mij uit, voorbij de ambulances, het ziekenhuis in en de ambulances waren leeg.

Eenmaal binnen, opnieuw melden, opnieuw door deuren. Stevig doorlopend naar het midden van de SEH, kwam een verpleegster mij tegemoet: "rustig maar, het is goed".

En dit hangt dagen later nog aan mij... hoe verwerk je iets wat eerst verschrikkelijk leek te gaan worden, toch ontzettend meevalt? Die opluchting. Die voelde ik niet. Niets, Geen emoties. Niets. Ook niet toen ik Hans redelijk alert zag liggen. Ingepakt, dat wel. De emoties kwamen toen de kinderen bij hem waren. Bij ons allemaal. Tóch nog samen!


Eigenlijk voel ik nu, 2 weken later, nog steeds geen opluchting.

Het gaat nu, naar omstandigheden, goed met hem. Hij heeft "maar" 4 gebroken ribben, gebroken sleutelbeen, stukjes van de bovenste rugwervels afgebroken en een lichte hersenschudding.

De 4e dag is het infuus eraf gegaan. Hij liep alweer.

Nu zondag 11 juli is het amper 14 dagen geleden dat het mis ging. Toen leek ons leven even frontaal anders te gaan lopen. Letterlijk en figuurlijk frontaal. Hans zelf weet nog altijd niet wat er gebeurd is, dat stuk moet nog ingevuld worden door anderen die het hebben zien gebeuren. Ik merk dat nu alles extra energie vraagt. Hans' zijn herstel en de enorme schrik die wij hebben ervaren en het besef dat het ook zo anders had kunnen aflopen.

In ons geval komt het goed. Tegelijkertijd realiseer ik mij héél goed dat het bij veel mensen (jong en oud, kind of ouder, vriend of vriendin) ook niet goed afgelopen is. Mijn gedachten gaan ook naar hen uit.

Comentarios


bottom of page