top of page

'Kom erbij!', over vriendschap

Vandaag start de Kinderboekenweek met het thema 'Vriendschap'.

Tijdens de laatste Camperkids gaven de meisjes aan meer vrienden te willen hebben of meer contact met hun huidige vrienden te willen hebben.

Een goede ingang voor de Kinderboekenweek en onze volgende Camperkids! In deze blog mijn ervaringen en onderaan wat tips voor het ondersteunen van jouw kind bij het maken van vrienden.

Wat is vriendschap? Hoe belangrijk is dat? Wat voor soort vrienden heb je nodig? Wat voor vriend ben je zelf voor de ander? Wat maakt jou tot een fijne vriend of juist niet? Ik lees o.a.: 'Vriendschap is heel belangrijk voor het vormen van je identiteit'. 'Vrienden kies je zelf uit of ze kiezen jou uit als vriend'. 'Het hebben van vrienden geeft zelfvertrouwen, veiligheid en zekerheid'. 'Binnen vriendschappen leer je over jezelf en het omgaan met elkaar'. 'Om vriendschap te sluiten heb je in elk geval één gezamenlijke interesse of ervaring nodig'.

Zo te lezen is het hebben van vrienden ontzettend belangrijk voor meerdere ontwikkelingsgebieden en ook voor het vormen van je identiteit. Welke identiteit? De dove , slechthorende of horende identiteit? Waar hoor ik bij en met wie sluit ik vooral vriendschappen? En hoe verloopt dat?

Hoe is het maken en hebben van vrienden voor mij als slechthorend kind/puber geweest en nu als volwassene? Ik was niet bewust bezig met het hebben of maken van vrienden. Wel voelde en zag ik dat het e.e.a. bij mij anders ging dan bij de meeste kinderen om mij heen. Speelafspraakjes na school had ik niet, want ik ging al met 3 jaar naar het Speciaal Onderwijs en was veel later thuis dan de kinderen uit de buurt. Bovendien ging ik met een busje. De kinderen waarmee ik samen in het busje reisde hadden net als ik een "beperking", maar allemaal op een andere manier. Ik had nauwelijks contact met hen. Waarschijnlijk verstond ik ook onvoldoende om aan te sluiten.

Op mijn 10e gaf ik aan niet meer met het busje te willen. Mijn ouders begrepen dit en zo mocht ik met het openbaar vervoer. Dat ging prima, inclusief overstappen en zomers ook fietsen (14km enkele reis). Daar werd ik met iets anders geconfronteerd. Ik zag kinderen/jongeren heel gezellig samen instappen of fietsen in groepen en kletsen. Dat wilde ik ook...… Rond mijn 14e gaf ik aan ook naar een gewone (toen noemde ik dat zo) school te willen. Ik wilde ook vriendinnen uit de buurt, ik wilde ook erbij horen, ik wilde ook gewoon (één van hen) zijn. Het speelde mee dat één van mijn slechthorende vriendinnen op school al van het VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs) naar het reguliere VO was gegaan. Mijn ouders namen mijn wens serieus en vroegen een gesprek aan met de directeur. Die raadde mij dat af. De redenen weet ik niet eens...…. Ik nam het ter kennisgeving aan en bleef tot mijn 16e op de Weerklank en haalde er mijn MAVO-diploma. Hoe was het voor mij op de Weerklank? Ik had daar volop vrienden en ik voelde mij daar heel veilig en vertrouwd bij. Als je het hebt over 'vriendschap doet je groeien en het geeft vertrouwen, veiligheid en zekerheid', dan is dat voor mij daar zeker zo geweest. Kijkend naar dat vriendschappen ontstaan vanuit een gezamenlijke ervaring, dan is het op school voornamelijk de slechthorendheid geweest die ons verbond. Het samen op die school zitten en dezelfde leraren leuk of stom vinden en het hebben van dezelfde humor. Als je het hebt over vorming van identiteit dan vind ik het een lastige. De spoeling van leerlingen waaruit ik kon kiezen met wie ik al of niet bevriend kon en wilde zijn was zéér klein. Wel ben ik met één van hen nog steeds goed bevriend, al zijn onze levens en interesses heel verschillend. We accepteren elkaar en zijn door de jaren heen echt om elkaar gaan geven en zijn er voor elkaar als het nodig is. Heel fijn om te weten.

Thuis had ik één heel goede horende vriendin die ik leerde kennen via volleybal. Ook zij is nog steeds een heel goede vriendin. We hebben iets meer gezamenlijke interesses en overeenkomsten qua levensloop. De volleybal was onze eerste gezamenlijke interesse/ervaring. Daarna onze gezinnen en nu het ondernemerschap. Het leuke is dat onze dochters nu ook volleyballen. In de loop der jaren is onze vriendschap gegroeid. We waarderen elkaars bestaan, mening en zijn geïnteresseerd in elkaar, ondanks onze verschillen en imperfecties. We zien elkaar niet vaak, maar weten van elkaar dat we er zijn. Naast deze vriendinnen zijn er ook vriendschappen geweest met kinderen uit de buurt, op het VSO en later de MBO en HBO, waarbij de vriendschappen vooral tijdens die fases van belang waren en na die fases doodgebloed zijn en een paar zijn blijven "hangen".

Een paar van de vriendinnen van de Weerklank

Dat schijnt ook normaal te zijn; het is onmogelijk om uit iedere fase of ervaring vriendschappen te blijven vasthouden. Overigens; er is onderzocht dat de mens gemiddeld 3,5 échte vrienden heeft en ook dat er sprake is van heel diverse soorten vrienden. Terugkomend op de wens van de Camperkids. Ieder kind worstelt weleens met de vraag/zorg over het maken/hebben/houden van vrienden. Zoiets is óók lastig, ook voor horende kinderen. Wel is het voor een slechthorend/doof kind extra lastig, omdat het aansluiten bij sociale interacties moeilijker verloopt als je niet voldoende hoort. Hierdoor kan het ook veel minder makkelijk aanhaken (onvoldoende meegekregen hoe anderen dat doen) en aanvoelen of het een klik heeft met iemand. Het helpt enorm als er een kind tussen zit die oog heeft voor dit gemis en je alsnog erbij betrekt. Dat gebeurde bij mij bij de volleybal. En soms tref je het in een groep en soms helemaal niet. Dat is een beetje zoeken, aftasten en uitproberen wat bij jouw kind past om een contact aan te gaan. Sommige slechthorende/dove kinderen gaat het makkelijker af dan andere. Wat ik mee wil geven is het volgende: vertrouw erop dat ieder kind zijn/haar weg vind in het vinden van waardevolle vriendschappen en weet dat dit niet alleen te maken heeft met (de mate van) slechthorendheid. O.a. karakter, zelfvertrouwen, assertiviteit, interesses, ervaring en groepscohesie zijn ook van invloed. Ga er daarom ook niet van uit dat als het in de klas bijv. niet wil lukken met speelafspraken dat het nergens lukt. Zoek naar andere wegen, groepen en manieren om een kind aansluiting te laten vinden bij andere kinderen. De volgende tips kunnen misschien helpen: - Bespreek met je kind waar het kind zich het prettigst voelt Thuis? Club? Met andere doven/slechthorenden?

- Stimuleer je kind zoveel mogelijk zelf te bedenken hoe het met lastige situaties kan omgaan. Dit geeft je kind grip op de situatie en zo ontwikkelt het zelfvertrouwen. - Neem samen door welke kinderen aardig lijken en waar het mee wil spelen. Kies hier één kind uit, waarvan je kind hem/haar durft te gaan benaderen.

- Oefen samen met je kind hoe het contact kan maken met een ander kind: een stevige houding, aankijken en duidelijk praten is helpend. Neem ook door wat hij/zij kan zeggen om te zorgen dat hij/zij de ander kan verstaan. Het kan helpen om van tevoren te oefenen.

- Het kan zijn dat je kind te bepalend is in het spel met anderen. Ik hoor/lees dat relatief vaak terug bij slechthorende/dove kinderen. Het is een vorm van controle die heel logisch is als je geen controle over de communicatie hebt en daardoor steeds achter loopt. Bespreek en bekijk samen hoe een kind op een andere manier grip op de situatie kan krijgen.

- Help het kind situaties te begrijpen door erover te praten. Bespreek de gevoelens van jouw kind en dat van de anderen en hoe er mogelijk anders kon worden gereageerd.

- Wellicht heeft je kind baat bij het aanleren van sociale vaardigheden. Zelf heb ik op de Weerklank mogen ervaren dat het hebben van een soortgelijke beperking en toegang tot communicatie heel erg helpt in het maken van contact; echt contact! Later en nu nog ervaar ik dat ook binnen de doven/slechthorendenwereld. Dit zie ik in het klein ook binnen Camperkids, maar ook tijdens Foss-dagen, WereldDovendag of andere bijeenkomsten, waarin kinderen de kans krijgen elkaar te ontmoeten. Het is heel bijzonder om te zien dat er schijnbaar toch iets van de kinderen afvalt en er als vanzelf verbinding is. Bij die bijeenkomsten helpt het ook dat er volop mensen rondlopen die ervaring hebben met slechthorenden/doven en je in elk geval dát niet steeds hoeft uit te leggen. Er zijn zoveel soorten activiteiten en organisaties die ontmoetingen tussen doven en slechthorenden mogelijk maken, dat er vast iets bij zit voor jullie kind. Ik begrijp dat het wat extra moeite kost voor de ouders om dit te faciliteren (uitzoeken wat het aanbod is, waar het is (vaak is dat wat verder weg), kan ik er ruimte voor maken in onze agenda (vaak is er nog sport o.i.d. enz.....). Een paar tips? Zoek op bijv. FB en internet

naar bijv.

Oorigineel, Stichting Zo Hoort Het, Stichting Jean Couprie Theaterfonds, Doof.nl, SH-jong Ouders van dove kinderen, FODOK, verschillende plaatselijke dovenclubs of sport bij KNDSB.nl en kijk wat zij aan activiteiten en of sporten aanbieden.

Kom erbij!

Het is écht de moeite waard!

Comments


bottom of page